Zwaar weer op komst…
We hebben geld tekort in Bloemendaal. En niet zo’n beetje ook. Zo’n 850.000 euro moet er worden gevonden om in 2020 de begroting rond te krijgen. En de jaren daarna ziet het er “in principe” ook niet best uit. De tussen aanhalingstekens geplaatste uitdrukking slaat op het feit dat er zich allerlei plotselinge ontwikkelingen kunnen voordoen die je als gemeente niet in de hand hebt of niet volledig kunt voorzien.
Als je tussen je oogwimpers door naar het huishoudboekje van de gemeente kijkt dan zie je zó welke grote klappers aan de basis liggen van de zorgelijke stemming. Dan doel ik niet op de normale exploitatie, waarmee bijvoorbeeld wegen en fietspaden op orde worden gehouden, het autopark van onze nijvere buitendienst rijdend wordt gehouden en op gezette tijden vervangen, en dat – altijd weer een dure aangelegenheid – de riolering werkt. Die gaat dan wel zo’n 30 jaar mee, soms is dat wat op te rekken, maar uiteindelijk moet de grond open en de buizen worden vervangen. Of het persgemaal wat de stroming er in houdt. En doorgaande vaarten hebben aan weerszijden beschoeiingen. Die moeten ook op gezette tijden gerepareerd of vervangen worden.
Naast al deze zaken zijn er namelijk ook investeringen nodig. Die voor het huidige gemeentehuis was er zo een, maar we kennen in de hele gemeente ook zo’n 16 basisscholen. En als respectabele Bloemendaalse school wil je natuurlijk ook een gymzaal die voldoet aan de nieuwste eisen. Of dat met die scholen niet wat beter georganiseerd kan worden? Waarom al de verschillende besturen, onderwijs is toch onderwijs? Zo is me wel eens voorgehouden. Tja, dan raak je bij mij een gevoelige snaar. Maar ja. Lang geleden, in 1917, hebben we dit met elkaar geregeld bij de financiële gelijkstelling van het openbaar – met het bijzonder onderwijs. Zeg maar: de heidenen versus protestanten en katholieken, beetje kort door de bocht. Ligt dus hoe dan ook bijzonder gevoelig.
Ik ken maar twee plekken in onze gemeente waar meerdere schoolbesturen de koppen bij elkaar hebben gestoken om met z’n allen een efficientere en dus goedkopere oplossing te vinden voor een probleem. In Vogelenzang schoven katholieken en openbaren twee scholen in elkaar, in wat nu “De Paradijsvogel” heet. En in Bennebroek vonden drie verschillende schoolbesturen het van de dolle om ieder een eigen gymzaal te hebben. Toen vervanging aan de orde was stak meester Harry, de gymleraar van alle drie, zijn vinger op om een knap rooster te maken. Daarmee konden alle drie de scholen van één centraal gelegen gymzaal gebruik maken. Werkt nog steeds als een tierelier. Wat mij betreft nog steeds: hulde aan meester Harry! Misschien een tip voor de andere kernen?
Investeringen zijn natuurlijk niet de enige factoren die onze uitgaven belasten. Zo kunnen de kosten voor WMO en Jeugdzorg behoorlijk uit de bocht vliegen, zoals dit jaar dan ook is gebeurd. Ook zo iets wat je als gemeente niet tot achter de komma kunt voorzien. Bovendien gaat het hier om maatschappelijke kosten waaraan niet te ontkomen is. Instellingen die deze zorg verlenen hebben doorgaans overeenkomsten met de gemeenten, die met een gerust hart als wurgcontracten kunnen worden bestempeld. Het risico op omvallen ligt frequent op de loer.
Hoe dan ook, de Bloemendaalse raad mag straks in november – als het aan het college ligt – kiezen voor het schrappen van bovenwettelijke onderwijsvoorzieningen (gym-onderwijs) en het afboeken van investeringen met maatschappelijk nut van vóór 2017. Aan de inkomenskant worden toeristen- en parkeerbelasting verhoogd. Maar wat ons betreft gaan we geen medewerking verlenen aan het schrappen van het gym-onderwijs. Jaren geleden hebben we die met veel geduw en getrek voor elkaar gekregen, mede met als gevolg dat we in de hele gemeente bloeiende sportverenigingen met veel jeugd hebben. De meerwaarde van gymmen op school staat naar onze mening buiten kijf.
Met de begroting 2020 zijn we er nog lang niet. De financiele vooruitzichten zijn niet best en ook de schuldenontwikkeling baart stevige zorgen. Binnen enkele maanden mag de raad een zogenaamde kerntakendiscussie gaan voeren. Dan moet je je bijvoorbeeld heel concreet gaan afvragen of de gemeente nog wel verantwoordelijkheid draagt voor de Bloemendaalse muziekschool. Of voor de bibliotheken. Of voor verenigingen en stichtingen die mede afhankelijk zijn van gemeentelijke subsidies, zoals Welzijn Bloemendaal met zijn vele vrijwilligers. Dat komt dus erg dicht bij wat de meeste Bloemendalers zien als normale maatschappelijke voorzieningen. Verder beknibbelen dan maar op de ambtelijke organisatie? Die piept en kraakt al jaren; niet doen dus. Nóg maar een keer de OZB verhogen zoals vorig jaar? Zou kunnen, maar dat is een nogal “ruwe” maatregel. Je kunt die bijvoorbeeld niet inkomensafhankelijk maken, wat voor veel inwoners wél van belang zou zijn.
Een gemeentelijke huishouding – om een veel complexer geheel maar even simpel neer te zetten – is maar ten dele te vergelijken met een gewoon bedrijf. Vergelijkingen daarmee gaan maar zeer ten dele op. Daarvoor zijn maatschappelijke doelen als welzijn, gezondheid, ontwikkeling en veiligheid die iedere gemeente nastreeft te belangrijk. Steeds duidelijker wordt echter dat het realiseren van al die doelen voor kleine gemeentes als Bloemendaal steeds moeilijker wordt. En dat tij wordt niet gekeerd.
Bij deze globale uiteenzetting naar aanleiding van de begroting 2020 ben ik verre van uitputtend geweest, en dat is een understatement. Al eens eerder schreef ik een column over “het fusiespook”. Partijgenoot Piet van der Ham schreef voor deze website een lezenswaardig betoog over een gemeentelijke fusie in Zuid-Kennemerland. Mag ik die nog eens warm bij iedereen aanbevelen?
Henk Schell