Column: Het fusiespook…

13 februari 2019

Geen idee wie zich hierover druk maakt. Ja, zegge en schrijve één bezorgd mailtje kreeg ik onlangs onder ogen. Ik ga natuurlijk geen namen noemen, maar ik kan me nog herinneren dat dezelfde meneer een paar jaren geleden een rustiek schelpenpad voor zijn perceeltje wilde en ook nogal in de weer  was voor een forse rotonde (die nergens toe diende). Kan zijn dat ik twee personen door elkaar haal, waarvoor bij voorbaat mijn welgemeende excuses. Je weet namelijk maar nooit in deze woelige tijden. Want wat is er aan de hand? Kort samengevat: in Heemstede heeft de brave raad gemeend dat er maar eens serieus gepraat  moet worden over de ambtelijke samenwerking met Bloemendaal. De rekenkamercommissie van onze buren heeft namelijk aanbevolen om over die samenwerking nou eindelijk maar eens klare wijn te schenken. Tja, en dan word je geacht als raadslid fluks uit je pluche overeind te komen om daar iets van te vinden. En hoe gaat dat dan; in no time slaat zoiets over naar Bloemendaal. Dit merkte ik tot mijn verbijstering op een inderhaast georganiseerde gezamenlijke bijeenkomst. En ik maar denken dat we op de goede weg zijn. De dienstverlening voor de inwoners loopt sedert de samenwerking veel beter , de ambtenaren gaan weer fluitend naar hun werk, naar het schijnt is er ook al sprake van enige prille romantiek, de handhavers rijdens trots en veelvuldig rond in hun nieuw gespoten karretjes, kortom: een malloot die zich hierbij niet kiplekker voelt. Ga zo door, zou ik dus zeggen. Maar ja… Het fusiespook!  Zo’n tien jaar geleden zag ik mijn dorp Bennebroek opgaan in de grotere buurman Bloemendaal, en ik kan met de beste wil van de wereld geen verschil bespeuren in het dagelijks leven van mij en mijn buren. Bovendien moet ik mij volgens sommigen gaan verdiepen in, wat heet:  “de Bloemendaalse identiteit”. Geen flauw idee wat daarmee wordt bedoeld. Ik woon nog steeds met veel plezier in Bennebroek, fiets graag in de duinen bij Overveen, heb mezelf laatst een mooie bril aan laten meten in Heemstede, eet wel eens een visje in Zandvoort en drink elke zaterdag met genoegen mijn biertje op de Botermarkt in Haarlem. Natuurlijk, na mijn vaste bezoekje aan Sanne Lijnzaat op de Grote Markt, voor een excellente haring (nou ja, twee in stukjes met wat zuur).

Spoken bestaan niet, alleen in breinen die notoir staan afgesteld op bezorgdheid.

Henk Schell