Of het ooit nog goed komt

10 mei 2019

Of het ooit nog goed komt, wordt me gevraagd…

Gisteravond, 6 mei, werden we voor een extra raadsvergadering naar de raadszaal in Overveen ontboden. Die extra vergadering was nodig. Het onderzoeksbureau wat voor ons de gang van zaken rond Elswouthoek onderzoekt had een tussenrapport uitgebracht. De zaak werd echter bemoeilijkt doordat enkele nauw betrokkenen hadden laten weten geen medewerking te willen verlenen. “Om mij moverende redenen”, luidde het, hetgeen je één-op-éen kunt vertalen met “dat gaat je niks aan”. De vraag van het bureau aan de raad is samen te vatten met: heeft het nog zin om door te gaan met het onderzoek, en zo ja: hoe dan? De onderliggende suggestie daarvan is er een van grote twijfel.

We hadden er een aardige kluif aan. Het spitste zich vooral toe op de vraag op welke wijze deze enorm uit de hand gelopen conflictsituatie in ieder geval formeel kon worden afgesloten. Geen enkele fractie dit dit niet wil, maar over de voorwaarden waaronder verschillen de meningen als de breedte van een oceaan. Voor de leesbaarheid van deze column houd ik het simpel, maar houd het er maar op dat Hart voor Bloemendaal er volstrekt andere ideeën op dit gebied op na houdt dan de coalitie van VVD, D66 en CDA en PvdA, GroenLinks en Vrijzinnig Democratisch Bloemendaal. Ik bedenk me net dat ik het van Liberaal Bloemendaal eigenlijk niet weet. De voorzitter van die fractie, met wie ik het overigens uitstekend kan vinden, waakt er zorgvuldig voor zijn kruit te allen tijde kurk- en kurkdroog te houden. Ook een manier van politiek bedrijven, dat wel.

Vanmorgen kreeg ik een mail van Jan, met wie ik wel vaker contact heb over politieke aangelegenheden. Hij had het hele debat gevolgd op internet, en was zich rot geschrokken. Bloemendaal zit opgescheept met een probleem wat al jaren voortwoekert. Ooit begonnen als een complexe, maar niet ongebruikelijke, kwestie over de bouw van een tweede huis op een landgoed. Dat leek aanvankelijk bij de gemeente in goede aarde te vallen, maar daarna voelden de aanvragers zich keer op keer en systematisch in hun voornemen gefrustreerd. De verhoudingen verslechterden in rap tempo. Ex-hotemetoten zoals een voormalig commissaris der Koningin werden ingevlogen om te proberen in der minne tot een oplossing te komen. Van tijd tot tijd dacht ik persoonlijk dat die nakende was, maar tot mijn allengs  toenemende verbijstering moest ik die gedachte steeds weer laten varen. 

Het rapport van het onderzoeksbureau richt de focus op 2014, met de aanloop en de na-weeën. De onderlinge verhoudingen stonden toen uiterst op scherp, waarbij de oorsprong daarvan al lang uit het zicht was verdwenen. Het rapport moest allereerst een feitenverslag en –interpretatie leveren, en dan de vraag beantwoorden of bestuurders uit die tijd legaal en integer hadden gehandeld. Maar dat relaas gaat er dus niet komen. Weer tot mijn verbijstering, voor de zoveelste keer. Geen einde dus in zicht van de aanvallen op de sociale media op onze bestuurders en ambtenaren. Geen einde aan de stroom van verdachtmakingen en de reeks van – mijlenver gezochte – integriteitsmeldingen aan hun adres. Het landelijke bureau op dit gebied heeft al – in nette ambtelijke bewoordingen, dat wel – gevraagd of het de klagers niet in hun bol geslagen is. En ondertussen raken de ambtenaren hoorndol van het spervuur aan raadsvragen, waarmee de twee leden van Hart voor Bloemendaal zich onledig houden.  Ik durf geen schatting te maken van hetgeen ons de hele kwestie al heeft gekost, en in de toekomst nog zal kosten. Trouwens, het bureau zal ondertussen spijt hebben als haren op het hoofd dat het deze klus heeft aangenomen. De onderzoekers hebben aan hun contacten met de onwillige betrokkenen een klachtprocedure aan hun broek gekregen wegens een – zoals we dit van hen kennen – onnavolgbaar hersenspinsel. Het kan verkeren.

“Maar Henk, wat schieten de inwoners van onze vijf dorpskernen hier nu mee op?”, vraagt Jan zich in vertwijfeling af. “Niets, helemaal niets,” is het enige wat ik hem daarop kan antwoorden. Kennelijk hoort dit alles bij de taakopvatting van twee raadsleden, die het vaste voornemen hebben om het besturen van Bloemendaal zo lastig en enerverend mogelijk te maken en daarvoor alles uit de kast te willen halen. 

Tja, tegen zo’n voornemen is nu eenmaal geen kruid gewassen. 

Maar ik houd me aanbevolen voor suggesties!

Henk Schell