DE KWESTIE DUINLUST, OF: HOE HOUD JE EEN GOED IDEE TEGEN?
Aan de Duinlustlaan ligt de buitenplaats Duinlust. Ooit zal het gebied wel hebben behoord tot het tegenover gelegen Elswout, maar dat is al een hele poos geleden. Tegenwoordig staat er een statig gebouw uit het begin van de vorige eeuw, in een stijl die eclectisch wordt genoemd. Zeg maar: van alles wat. Smaken verschillen – leve de vrijheid – maar toen, en nog lang daarna vond men dat mooi. Voor Bloemendaal geldt dat nog véél sterker. In allerlei lokale regelgeving is vastgelegd dat we dit tot in lengte van jaren mooi moeten blijven vinden.
Op zeker moment kan ons dit lelijk opbreken. Want hoe gaat het vaak met landhuizen? Wanneer de bezitter met zijn entourage eenmaal vertrokken is, start er een lange reeks van anderssoortig gebruik. Een tijdlang heeft het CIOS er gezeten, en de opstallen uitgebreid met leslokalen en sportfaciliteiten. Toen het weer leeg kwam te staan bood het onderdak aan een allegaartje; kantoren en kantoortjes, een enkele verdwaalde gezondheidswerker. Steeds maar voor relatief korte tijd.
En ondertussen, terwijl het landhuis verkommerde, was de Bloemendaalse politiek bezig om alle regelgeving zodanig vast te timmeren, dat iedere ontwikkeling onmogelijk werd gemaakt. Groen blijft groen, landhuis blijft landhuis. En wee degene die met een plan komt om een landhuis te splitsen zodat er meerdere bewoners een plek kunnen vinden.
Want dit laatste gebeurde er onlangs; een principe verzoek om de buitenplaats te herontwikkelen. Dat hield in een zodanige inpandige verbouwing dat er 15 luxe appartementen konden worden gerealiseerd, zowel in het hoofdhuis zelf als op de plaats waar nu nog de lesgebouwen staan. Die worden gesloopt, en er komt iets moois voor in de plaats. Auto’s gaan ondergronds. Het park rond het huis wordt in oude luister herstelt, waarbij ook de aansluiting op de Duinlustweg op de schop gaat. O ja, het park is in eigendom van Staatsbosbeheer, en dat blijft ook zo. Zij zorgen voor het beheer. Het park blijft dan – net zoals nu – openbaar. Doelgroep: vermogende senioren.
Je zou menen: doen! Immers, veel senioren willen graag in onze regio blijven, maar zitten vast in hun te groot en onpraktisch huis. Ze willen graag verhuizen naar een gelijkvloers appartement, maar wel graag in een stijlvolle omgeving en ambiance. Zo krijg je ook in dit segment van de woningmarkt de zo noodzakelijke doorstroming.
Het college had wel oren naar het plan. Het diende een maatschappelijk belang en het was overduidelijk dat het resultaat een aanmerkelijke verbetering zou betekenen van de ruimtelijke kwaliteit. Maar al snel werd duidelijk dat er drie beren op de weg liepen, die onmogelijk opzij te zetten zijn. Zo is daar allereerst het bestemmingsplan “Landelijk gebied 2013”. Als dit nou nog het enige was zou het college met een wijzigingsvoorstel naar de raad zijn gekomen. Maar de twee andere beren liepen dan nog vrolijk rond: de “Nota Ruimtelijke Beoordeling 2017” en vooral ook de “Nota Landgoederen Bloemendaal 2016”. Dit alles was teveel van het goede, en het plan ging roemloos ten onder in de speciaal voor Bloemendaal opgetuigde regelgeving.
Dat het ook anders kan, bewijzen diverse gemeenten zoals bijvoorbeeld in ’t Gooi en op de Utrechtse Heuvelrug. Met oog voor de omgeving zijn hun regels veel meer toegerust op maatwerk. Wanneer dat zo te pas komt stellen wij dit ook telkens voor, tot nu toe zonder daarvoor van de zittende coalitie de handen op elkaar te krijgen.
Voor een PvdA-er als ik brengt dit een vreemd gevoel teweeg. Ben ik nou écht de enige echte liberaal in de raad? En het landhuis verkommert ondertussen gewoon door.
Henk Schell