Algemene beschouwingen PvdA bij de begroting 2020

17 november 2019

Algemene beschouwingen PvdA , uitgesproken bij de behandeling van de begroting 2020

Voorzitter,

Bij het vaststellen van de begroting voor het lopende jaar zagen we ons geconfronteerd met een noodzakelijke forse verhoging van de Onroerend Zaak Belasting. De PvdA heeft bij die gelegenheid betoogd dat we in de eerdere jaren kennelijk te gemakkelijk zijn geweest, én bovendien een uitgave hebben gedaan die wat ons betreft niet gedaan had hoeven te worden: de nieuwbouw van dit gemeentehuis. Wees gerust, ik zal het daar verder niet over gaan hebben. Wel heb ik toen namens mijn fractie het vorig jaar onontkoombaar voorstel voor die belastingverhoging in een breder perspectief geplaatst. Aanleiding daarvan was de constatering die ook nu nog ten volle geldt wat ons betreft, dat de in complexiteit en aantal toenemende taken voor een kwetsbare gemeente als Bloemendaal merkbaar een brug te ver worden.

In het raadsvoorstel bij de begroting 2020 schetst het college voor het eerst pregnant de situatie waarvoor wij ons geplaatst zien. 

Bovendien: “Mede door de grote oppervlakte van de gemeente, de vijf woonkernen en het groot aantal scholen wordt de gemeente geconfronteerd met grote investeringsopgaven. Door onze goede sociale structuur, weinig centrumfunctie én een grote korting vanwege de hoge OZB-verdiencapaciteit hebben wij daarentegen lage inkomsten uit de algemene uitkering.” 

Voeg daarbij de oplopende tekorten in het sociale domein, en je hoeft geen geboren pessimist te zijn om de situatie als zorgelijk te bestempelen. Het college uit zich zelf uitermate zorgelijk in de passage in het raadsvoorstel over de komende kerntakendiscussie: “Wanneer wij als raad straks onvoldoende keuzes maken komt de zelfstandigheid van de gemeente in gevaar.” 

Zó, die opmerking staat!

Voorzitter, terecht wordt er door ons in de regio op allerlei terrein hecht samengewerkt met andere gemeenten in de vorm van gemeenschappelijke regelingen, en is de relatie van Bloemendaal met de gemeente Heemstede als een soort prefered partner in een aantal zaken zelfs speciaal te noemen. Ik bespeur echter ook af en toe de nodige spagaatgevoelens. Samenwerking mag vooral niet te nauw zijn. Blijf vooral op gepaste afstand. Ik noemde dit in een column: het fusiespook. Een deel daarvan zie je de laatste jaren terug in de coalitieakkoorden die telkens worden gesloten. Met nadruk en wat mij betreft op schrille toon vinden we daar telkens de opmerking terug waarin de noodzaak van zelfstandigheid wordt benadrukt. Als je je daar met die opmerking telkens op vastpint kun je natuurlijk ook geen kant op.

Ik vraag me af welk belang daarmee is gediend, en vooral ook of dat belang ook op langere termijn bestendigd wordt. De PvdA ziet het belang met name in behoud van onze maatschappelijke- en culturele “infrastructuur” van onderwijs, welzijn, sport, voorzieningen als bibliotheek en muziekschool, wonen voor mensen ook in de sociale sector, en andere belangen. Daarnaast moet de dienstverlening in de brede betekenis aan onze inwoners op orde zijn, en moet dit alles in de lucht worden gehouden vanuit een duurzame financieel gezonde positie. Ga er maar aan staan…

Overigens, even een zijpaadje, in gemeenschappelijke regelingen gaat het niet atijd goed. Ik denk  dan aan de onlangs gevoerde discussies in deze raad over de overlast in Overveen als gevolg van de komst van de Formule 1. Als de Gemeenschappelijke Regeling goed had gefunctioneerd zou in een veel vroeger stadium de innige wens van Zandvoort op tafel moeten hebben gelegen, en zouden de deelnemende gemeenten in een nog rustig stadium met elkaar van gedachten hebben kunnen wisselen over de gevolgen van een dergelijk evenement voor de regio, en zouden in een sfeer van nog geen politieke hectiek de wenselijk te nemen maatregelen kunnen worden besproken. Maar nee, zo ging het niet bepaald. Zandvoort zorgde er eerst voor dat hun droomevenement werd binnengehaald. En daarna werd de regio van het mobiliteitsfonds er gewoon hard mee geconfronteerd. Begrijpelijk en logisch dat de temperatuur daardoor behoorlijk op liep. En we zijn er wat dit betreft ook nog niet, hoezeer de wethouder van Ruimtelijke Ordening ook zijn best doet om ons als raad en natuurlijk ook de inwoners te bemoedigen. Hoe het ook zij: we gaan het meemaken.

Terug naar de rode draad in mijn betoog. De PvdA is beducht dat we het niveau van onze voorzieningen tegen de achtergrond van een financieel gezondheid in de huidige bestuurlijke situatie niet kunnen bestendigen. Daarbij moeten we ons ook realiseren dat dit niet kan worden opgevangen door opnieuw een forse verhoging van de lasten voor onze inwoners. Deze begroting, gezien tegen de zorgelijke achtergrond die het college ons voorhoudt, is daarvan het harde bewijs. In eerdere algemene beschouwingen heb ik dit steeds wat omfloerster aangegeven, maar deze keer is het onomkoombaar om de raad en de inwoners van onze gemeente voor te houden dat een fusie in de regio Zuid-Kennemerland nu als een reële, wenselijke en zelfs noodzakelijke optie moet worden gezien. Zelfstandigheid dient geen dogma te zijn als de belangen van onze inwoners daar op termijn niet mee zijn gediend. Een mooie en in alle opzichten gezonde gemeente Zuid-Kennemerland, met Haarlem als centrum-gemeente, is wat ons betreft een wenkend perspectief.

Echter, voorlopig is het nog niet zover. En zien we ons geconfronteerd met noodzakelijke ingrepen om het basale voorzieningenniveau in de lucht te kunnen houden.  Én moeten we bovendien accepteren dat pijnlijke ingrepen – ik citeer uit het collegevoorstel – nodig zijn.

Voorzitter, we hebben als gemeente nog zoveel uitdagingen daar naast. Ik noem de huisvesting van asielzoekers. Ik noem óók het volstrekt achterblijven van de bouw van sociale huurwoningen. Wat dit betreft vraagt de PvdA zich zelfs af of het college met de woningcorporaties wel in een sfeer van gezamenlijk de schouders eronder optrekt. Gezien de geringe voortvarendheid op dit vlak ben ik zo vrij daar gezonde twijfels over te hebben.

Afsluitend: met de begroting op zich kan de PvdA wel instemmen. De situatie is zoals het is en ik heb ook deze keer van de gelegenheid gebruik gemaakt wat onze visie is op de bestuurlijke toekomst en vooral ook waaróm.

De fractie van de PvdA heeft deze keer geen eigen moties of amendementen ingediend. Maar weest u gerust, het raadswerk van mijn fractie stopt niet met deze begrotingsraad. 

Rest mij vanaf deze plek de ambtelijke organisatie te danken voor hun werk in het belang van de inwoners van deze gemeente.  Ik weet dat het onze ambtenaren niet altijd gemakkelijk wordt gemaakt, en memoreer de woorden van de wethouder enige tijd geleden over het moeilijk ingevuld krijgen van vacatures. Mijn dank ook aan de collega’s in deze raad die zitting hebben in de werkgroepen die zijn ingesteld en daarin extra tijd en energie steken. Ik ben hen daar erkentelijk voor. De dank van mijn fractie gaat tot slot vooral uit naar onze griffie, die ondanks de druk in en op hun werk altijd – en nu gebruik ik een vaste uitdrukking van collega Herman van de Kerke – “opgewekt voorwaarts gaat”. Dit laatste wens ik ook onze gemeente en hun inwoners toe, in welke bestuurlijke samenhang dan ook.

Voorzitter, ik dank u wel.