Algemene Beschouwingen PvdA Begroting 2019, opgemaakt en uitgesproken in de raad van 8 november 2018.
In de commissie Bestuur & Middelen, bij de behandeling van deze begroting en nieuwe voorstellen, gebeurde er iets opmerkelijks. Daartoe uitgedaagd deed de heer Harder van de VVD, bij volledig bewustzijn en volkomen bij verstand, een opmerkelijke uitspraak. “Een verhoging van de OZB is de VVD een gruwel”. Voorwaar een welhaast iconisch citaat uit het bijbelboek Leviticus, zeker wanneer je de moeite neemt het reilen en zeilen van de VVD in de afgelopen decenia te bestuderen. Nou heeft mijn fractie naar mijn beste weten hoegenaamd niets met het boek Leviticus, maar de kracht die van dat citaat uitgaat spreekt ons wel aan. Wij kunnen zeker enig begrip en empatie opbrengen voor de verzuchting van de heer Harder. Wij hopen dat de VVD dan ook genegen is om samen met hun coalitiepartners een andere weg in te slaan, waarover later in deze algemene beschouwingen.
Overigens – en dan houd ik erover op – ware het te wensen dat uit de gelederen van de VVD een soortgelijke smartelijke kreet kan worden gehoord, als bijvoorbeeld de verordening sociale woningbouw buiten werking wordt gesteld wanneer dit om opportunistische redenen even te pas komt.
Terug nu naar het raadsvoorstel met betrekking tot de begroting 2019 en de nieuwe voorstellen.
Voorzitter, ook in onze algemene beschouwingen bij gelegenheid van de begroting voor dit jaar, heeft de PvdA al de nodige opmerkingen gemaakt waarbij we onze zorgen uitten over de meerjarenbegroting.
Ik zet dit graag af tegen het belang wat de PvdA hecht aan behoud van onze maatschappelijke- en culturele “infrastructuur”, van Onderwijs, Welzijn, Sport, cultuur zoals de Bibliotheek en de Muziekschool, niet in de laatste plaats Wonen, en andere belangen. De gemeentelijke overheid dient naar de mening van de PvdA zijn rol hierin te bestendigen, gezien de zorg die zij heeft te vervullen in een samenleving die de neiging heeft te individualiseren. Zie de cijfers over de ervaren eenzaamheidsproblematiek en de zorgelijke signalen over de Jeugdzorg. Daarnaast hebben wij natuurlijk onze verplichtingen voor de zorg voor onze fysieke infrastructuur zoals wegen, riolering en – zoals we deze keer in de nieuwe voorstellingen kunnen lezen: de beschoeiingen. Je zou ze haast over ’t hoofd zien…
Naast de budgetten die we nodig hebben voor de voorgaande voorzieningen, hebben we natuurlijk onze ambtelijke organisatie die ons – wat slordig samengevat – representeert in de Bloemendaalse samenleving. Meerdere malen hebben wij er in Algemene Beschouwingen op gewezen dat die op orde moet zijn, wil men in een proces van een terugtrekkende centrale overheid zijn taken in een steeds complexer wordend geheel kunnen blijven vervullen. De wellicht meest in het oog springende diensten Ruimtelijke Ordening en Bouw- en Woningtoezicht zijn de afgelopen collegeperiode op sterkte gebracht. Met andere diensten in het sociale domein, met belastingen, en bovendien de ICT en handhaving werken we nauw samen met gemeenten in de regio. Desondanks blijven we fragiel. Dat kan ook niet anders, in zo’n kleine gemeente als de onze. Verdere uitbouw van de ambtelijke samenwerking met de gemeente Heemstede zien wij dan ook als pure noodzaak
Op deze plaats en op dit moment van de raadscyclus heb ik regelmatig betoogd dat – als het aan de PvdA ligt – breder in de regio moet worden gekeken als het gaat om samenwerking tussen de gemeentelijke organisaties. Ik realiseer me dat een bestuurlijke agglomeratie op dit moment politiek gesproken een brug te ver is, maar ik wil niet verhullen dat dit voor ons wel degelijk een stip op de horizon is. Ik zal dit nu niet verder uitwerken, gezien de beperkte tijd, maar de PvdA is er van overtuigd dat de argumenten vóór liggen op de terreinen van kwaliteit van bestuur én organisatie. Daarnaast ligt een belangrijk argument in het geopolitiek belang van een krachtige agglomeratie Zuid-Kennemerland, in het grote geheel van de Metropoolregio Amsterdam en daar buiten. Vanaf het Bloemendaalse strand ben je in een flits van een seconde al op Amsterdam Beach, om maar iets te noemen. Zowel ten zuiden als ten noorden van onze regio is onlangs in bestuurlijk opzicht het nodige gebeurd of staat dit te gebeuren. In een bestuurlijk robuuster geheel zouden wij bovendien veel beter dan nu in staat zijn – hoe paradoxaal dit ook klinkt – vorm te geven aan burgerparticipatie op wijk en dorpsniveau; de aanstormende Omgevingswet noopt daartoe.
Dan nu naar het voorliggende raadsbesluit zelf. Over punt 1, het vaststellen van de begroting 2019, kan ik kort zijn: dat kunnen wij steunen. Geldt dit ook voor het raadsbesluit als geheel? Nee, en ik doel daarbij met name op de nieuwe voorstellen, bedoeld bij beslispunt 2. Meerdere fracties hebben hierover al voorstellen gedaan waarmee we het in min of meerdere mate eens zijn, daar komen we in de loop van deze raad samen wel uit. Overigens legt de PvdA samen met GroenLinks amendementen en een motie voor, die al door collega Martine Wierda mede namens ons zijn toegelicht. Over de andere amendementen en voorstellen zal mijn fractie tijdens de pause overleggen en in de tweede termijn daarover duidelijkheid geven.
Maar wij menen dat met name voorstel 32, tot een aanmerkelijke verhoging van de ozb dermate slecht onderbouwd is, dat daarover afzonderlijk overleg in commissies en raad noodzakelijk is. Ik noem drie voorbeelden van deze slechte onderbouwing:
- Wegvallende precariorechten zijn pas aan de orde in 2022, en niet al in 2019. Als het moment daar is waarop wij het financiële geheel met alles wat daarmee samenhangt kunnen overzien, pas dan zijn de afwegingen ons inziens zinvol.
- Een van de achterliggende redenen, niet de enige uiteraard, betreft de financiering van 3 extra fte voor de vele raadsvragen en WOB verzoeken, structureel. Dit vinden wij op zijn minst slecht danwel niet onderbouwd. Zijn bedrijfsprocessen niet anders te structureren, is overwogen om ook hierin samen te werken met Heemstede?
- Tot slot het wegvallend divident als gevolg van de verkoop van onze aandelen Eneco. Allereerst is het nog maar zeer de vraag of dit ook werkelijk gaat gebeuren – we hebben maar een relatief zeer kleine positie. Ten tweede maakt het college niet duidelijk wat daarvan dan het netto resultaat is, wanneer we het effect meenemen op de vermindering van de schuldpositie.
Ik noem aanvullend nog wat andere voorstellen, waarmee wij onze twijfels hebben, gezien de financiële positie van de gemeente.
- (1 )Is het asfalteren van de fietspaden langs Rijksstraatweg en Leidsevaart wel noodzakelijk, en waarom zouden we daarvoor geen subsidie kunnen verwachten of wellicht een bijdrage uit het mobiliteitsfonds?
- (2) Wat is er mis met op de fiets naar het tennispark WOC te gaan, in plaats van de gemeente extra parkeerplaatsen te laten aanleggen waarvoor ook nog bomen moeten wijken?
- (4) Het Luciapad in Bennebroek ligt er gedeeltelijk inderdaad niet best bij, maar waarom een forse 200.000 euro aanwenden voor een pad ter ontsluiting van een aantal woningen? Het pad achter mijn woning, voor hetzelfde doel, heb ik zelf moeten bekostigen. Als daar niet aan te ontkomen valt zou er ons inziens een minder kostbare oplossing kunnen worden bedacht.
- (8) Herinrichting T-kruising Leidsevaart/Bekslaan. Lijkt me nou typisch iets voor op zijn minst een bijdrage uit het mobiliteitsfonds. Het betreft een kruispunt op een regionale doorgangsroute voor auto’s en fietsers.
- (22) De beschoeiing van de Ringvaart bij de Oosteinderpolder. Het college heeft al aangegeven dat de verkoop niet kan worden teruggedraaid. Hebben we dan niet de situatie dat we iets aangekocht hebben met verborgen gebreken?
- (31) Uitbreiden van de BOA capaciteit terwijl het aantal strandfeesten in 2019 wordt gehalveerd! We werken als samen met Heemstede, wordt het wat dit betreft geen tijd voor uitbreiding van deze samenwerking met Zandvoort?
Voorzitter, ik hoop hiermee voor college en raad voldoende te hebben beargumenteerd welke moeite wij hebben met de verhoging van de ozb. Volgens de Coelo-index behoort onze gemeente wat woonlasten betreft al tot de hoogste categorie ,waar dus nog eens 15% bij moet worden opgeteld. Ook voor de minder draagkrachtigen is dit een forse kostenpost naast de andere verhogingen, waarvoor je sluitende argumenten zult moeten hebben.
Ter afronding: onlangs mochten wij het collegeprogramma ontvangen, met daarin – rijkelijk gelardeerd met vrolijke foto’s op pastorale locaties – wat algemene voornemens. Deze zijn niet van zodanige intensiteit dat mijn fractie daarvan gezamenlijk van zijn stoel viel, noch dat iemand met behulp van een plactic zakje van een acute aanval van hyperventilatie moest worden gered. Een ding daaruit moet mij echter van het hart: geen enkele opmerking, laat staan een voornemen, over de noodzaak in onze gemeente van sociale woningbouw. Wél mogen we ons laven aan een aantrekkelijke, gezonde en groene leefomgeving. Het moge duidelijk zijn waar op dit beleidsterrein de prioriteit ligt van de Partij van de Arbeid: wat ons betreft met gezwinde spoed aan de gang – samen met de woningcorporaties – aan het realiseren van de afspraken hierover.
De PvdA stelt prijs op de uitvoerige reactie van het college op de hier naar voren gebrachte opmerkingen, stelt voor om de begroting 2019 vast te stellen maar met name voorstel 32 met daarmee samenhangende voorstellen in beslispunt 2 uit te stellen voor nader beraad.
Onze dank tot slot aan de ambtelijke organisatie én niet in de laatste plaats aan de griffie, die ons ook het afgelopen jaar weer in staat hebben gesteld als raad ons werk te doen.
Voorzitter, ik dank u wel.