De Duinpolderweg: nog even doorrekenen.
In de commissie Grondgebied van vlak vóór ons reces mochten we onze hersens laten kraken over een ontwerpnotitie van de provincie over de Duinpolderweg. Hardstikke belangrijk, want in die notitie staat alle uitgangspunten genoemd waarmee de zaak komend jaar wordt doorgerekend. En dan doel ik op zaken als de verkeerstellingen, milieueffecten, de kosten en de haalbaarheid van de hele zaak, kansen voor verbetering van de ruimtelijke kwaliteit, en dat soort dingen. Tot mijn tevredenheid worden in ieder geval de cijfers van de verkeerstellingen nog een keer goed onder het vergrootglas gelegd. Daar was nou juist enorme maatschappelijke kritiek op. De cijfers zouden van alle kanten rammelen, de basisgegevens hiervoor zouden een krakkemikkig zootje zijn. Door aanhoudend hiervoor aandacht te vragen – én te krijgen in de pers – krijg je natuurlijk onder grote lagen van de mensen die zich hierbij betrokken voelen een groot gevoel van wantrouwen. Ook door de als star beleefde houding van de trekkers – de gedeputeerde en haar ambtenarij – wordt dit gevoel nog een keer versterkt. Het project wordt op die manier in de beleving een loodzware trein – misschien wel een soort Fyra – die met geen mogelijkheid meer te stoppen is.
We zijn dus erg blij dat men juist deze kritiek serieus genomen heeft en opnieuw aan de slag gaat. Toch hebben we in de commissie nog wat zaken naar voren gebracht die volgens ons nog bij de studie en de her-ijking van de gegevens moeten worden betrokken. Als we daar de rest van de raad in meekrijgen – en dat is gelukkig het geval geweest – kunnen we op die manier als raad een gezamenlijke zienswijze over de notitie richting provincie sturen. Zo vinden wij dat de gegevens over de woningbouw in de Haarlemmermeer en de economische groei wel erg optimistisch zijn. Alles wordt bijgesteld op dit moment, en wij vinden dat die bijstelling ook in de uitgangspunten van de berekeningen moet worden meegenomen. De sterke groei waar men van uit gaat kan op dit moment moeilijk nog realistisch worden genoemd. Ook is het zeer de vraag hoe de bollenteelt en de daarmee verbonden bedrijfsvoering – van kweek tot verpakking – zich gaat ontwikkelen in onze regio. We hebben daarom het concrete voorstel gedaan om in de notitie een zogenaamde gevoeligheidsanalyse op te nemen, zoals heel gebruikelijk bij dit soort mega-infrastructuur. Hoe zien de cijfers er uit bij de diverse sociaaleconomischer scenario’s? Bij een dergelijk groot project wat zoveel maatschappelijk commotie veroorzaakt hóórt zoiets gewoon onderdeel te zijn van studie. Ander punt van onze kritiek op de notitie is dat men alle uitgangspunten van studie wel erg op een hoop gooit. Zo zitten milieu, waaronder landschapsbeleving op dezelfde lijn als kosten, en doelbereik, om maar eens wat te noemen. Waarom bijvoorbeeld geen prioritering hierbij? Zo zou je de landschappelijke waarden een hoge prioriteit kunnen geven, waardoor je vanzelf in de eindafweging – ergens eind 2014 – tot een ander besluit kunt komen in de diverse onderdelen. Wat we verder ook niet terugvinden is wat de effecten kunnen zijn van afzonderlijke maatregelen voor de bereikbaarheid, zoals versterking van de wegen in de Haarlemmermeer en verbreden van de obstakels, zoals bijvoorbeeld de bruggen over de ringvaart.
En tot slot vinden wij dat de verbinding tussen de Ruigenhoek en de N 207 wel erg gemakkelijk wordt weggeschreven. Die zou geen enkel effect hebben, vooral ook niet op de verkeersintensiteit in Vogelenzang en Bennebroek. Misschien, maar wij willen dit wel graag eveneens doorgerekend hebben volgens de nieuwe – dus her-ijkte – uitgangspunten.
Kortom, er liggen nog wel wat wensen die richting provincie moeten, volgens ons.
De “Ontwerpnotitie Reikwijdte en Detailniveau” is te vinden op de site van de provincie. Dat geldt ook voor het door de provincies aangevraagde preadvies van de MER commissie wat eind augustus is verschenen. Veel van de door ons geformuleerde zienswijzen zijn daarin te herkennen.
Henk Schell