Van alles wat in de raad van november
Het idee voor een reclamebelasting is afkomstig van de Bloemendaalse Winkeliersvereniging, die hiervoor al jaren aan het lobbyen is. Deze winkeliersvereniging is een actieve club, die het college regelmatig opzoekt om de inrichting van de winkelstraat in Bloemendaal te bespreken. En natuurlijk zijn daar de diverse acties voor Sinterklaas en Kerstmis. Punt van irritatie is dat niet alle winkeliers lid zijn van de vereniging, ongeveer een-derde deel. Deze groep lift echter wel mee met al het goede wat wordt georganiseerd in en rond de Bloemendaalse winkelstraat. De vereniging vindt dit oneerlijk, en heeft hiervoor iets bedacht. De oplossing die hiervoor wordt voorgesteld is het heffen van een belasting op reclame, specifiek voor het winkelgebied in Bloemendaal. Wij vinden dit een slecht idee, omdat je op die manier in feite ongewenste dwang uitoefent. Ondernemers kunnen verschillende redenen hebben om niet mee te doen aan een vereniging. Uit meerdere delen van Bloemendaal kregen we ongeruste reacties van winkeliers. Ofschoon dit op korte termijn niet realiseerbaar is zien wij wel redenen om de een deel van de OZB voor “niet-woningen” zoals winkels te gebruiken voor het vullen van een fonds waaruit acties en activiteiten in een winkelcentrum kunnen worden bekostigd. Vooralsnog hebben wij hierover in de raad de handen niet op elkaar gekregen.
Behoorlijk wat reuring ontstond binnen de raad door het voorstel om 600.000 euro verlies te nemen op de begroting van STOPOZ, de organisatie voor openbaar onderwijs. Het bestuur kocht daarmee een contract af wat voor onbepaalde tijd was aangegaan met een administratiekantoor. Hiermee zijn wij het fundamenteel oneens. Het gaat om een groot bedrag dat bestemd is voor openbaar onderwijs, wat tot de zorgtaken van de gemeente behoort. We steunden daarom een motie van misnoegen samen met de hele raad, die het college meteen opdracht gaf om het toezicht op de organisatie veel scherper uit te voeren. We zagen een motie van afkeuring die wij indienden het niet halen, maar het signaal aan de wethouder was in ieder geval duidelijk.
Een ander opmerkelijk agendapunt was het voorstel om een gemeenschappelijke regeling aan te gaan met als directe consequentie om de zorg met betrekking tot schoolverzuim te laten uitvoeren door de gemeente Haarlem. Wij zijn erg tevreden met de wijze waarop deze zorg in onze gemeente wordt vormgegeven. De daarvoor verantwoordelijke ambtenaren houden nauw contact met zowel de scholen als het Centrum voor Jeugd en Gezin in Bloemendaal. Door korte lijnen is men in staat zowel preventief te opereren alsook slagvaardig wanneer een interventie nodig is. Wanneer wij niet in staat zouden zijn tot het leveren van deze kwaliteit is een gemeenschappelijke regeling volgens ons aan de orde, maar niet om een niet-bestaand probleem op te lossen. Een andere voor ons belangrijke overweging is dat de gemeenteraad bij een gemeenschappelijke regeling met andere gemeenten altijd op afstand wordt gezet.
Tot slot en hopelijk voor het laatst: Elswouthoek. Onder leiding van twee extern ingehuurde voorzitters die als duo opereerden is een convenant gesloten tussen de eigenaren van dit landgoed en de gemeente Bloemendaal. De raad werd op grond daarvan verder voorgesteld om een verklaring van geen bezwaar af te geven voor de realisering van de bebouwing. Met beide elementen waren wij het eens. Verbijsterend vonden wij een amendement van de VVD om niet akkoord te gaan met de verklaring van geen bezwaar, en in plaats daarvan weer een langdurige bestemmingsprocedure te starten. Alsof er in het verleden al niet voldoende gekmakende en langdurige vertragingen hebben plaatsgevonden. Samen met de overige fracties verwezen wij het amendement dus naar de prullenbak. Hopelijk is daarmee de weg naar een uiteindelijke afronding van dit dossier ingezet. Maar je weet het nooit. Er loopt nog een kwestie over de afhandeling van een klachtenprocedure, waar het Instituut Nationale Ombudsman bij betrokken is.
Henk Schell